Aantekeningen bij Efeze


Ef. 1:1
Paulus, een apostel van Jezus Christus door de wil van God, ...

Paulus, de auteur van de brief, beroept zich al aan het begin van de brief op zijn goddelijk mandaat. Hij is een apostel, omdat God dat heeft gewild. Paulus is zich ervan bewust dat God hem uitgezonden (Gr. apostelloo) heeft om het evangelie uit te dragen. Lukas getuigt daarvan in Hand. 9: 1-31, waar hij van Paulus’ bekering melding maakt. In hoofdstuk 13 vers 2 vermeldt Lukas expliciet de roeping van Paulus door de Heilige Geest en zijn uitzending. En voortdurend doet ook Paulus zelf een beroep op zijn goddelijke roeping. Soms expliciet , soms indirect.
Paulus kan terugvallen op Christus, zijn Zender. Als dat niet zo was, had hij geen enkel houvast in zijn leven. Dan was hij bij de minste of geringste tegenstand van Joden en heidenen bezweken, maar nu wist hij: God staat achter mij, Hij ondersteunt mij, of met de dichter van psalm 23: 4: al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
Het is mij duidelijk: wat voor Paulus geldt, is ook van toepassing op een predikant: als je predikant wilt worden, dien je ervan verzekerd te zijn dat God je tot dat ambt heeft geroepen. Stel je voor: een stampvolle kerk die voor de dienst zit te wachten op de aanvang. Je komt als predikant de kerk binnen, loopt langs het volk en je bestijgt de kansel. Als je die grote menigte dan overziet, moet je wel ‘zeker zijn van je zaak’, of beter: ‘van Gods zaak’. Er rust immers een enorme verantwoordelijkheid op de herder van de gemeente, die haar de weg tot behoud moet wijzen. Hoe kun je het voor God verantwoorden wanneer je zo’n massa mensen slechts een verhaal staat te vertellen, zonder dat je weet een goddelijke boodschap voor hen te hebben?! Hoe is het mogelijk als een Godsgezant van Christuswege mensen te bidden: laat u met God verzoenen! (2 Kor. 5:20), als je niet zelf verzoend bent met God? Het zal je enorm zwaar vallen, of in dit leven, en anders daarna. Want of je krijgt in dit leven zware kritiek waaronder je (bijna) bezwijkt omdat God niet met je is, of we zullen (als we in dit leven nooit zelf Christus zullen leren kennen) een des te grotere schuld op ons laden voor de eeuwigheid.


Ef. 5:18
Wordt niet dronken van wijn, waarin verkwisting schuilt, maar wordt vervuld door de Heilige Geest

De tweede helft wordt vaak uitgelegd in de vertaling 'wordt vervuld met de Heilige Geest', wat dan zou moeten betekenen 'wordt vol van de Heilige Geest'. Het Grieks geeft echter geen aanleiding tot deze uitleg, als zou je meer of minder vol kunnen zijn van de Heilige Geest. Het Griekse voorzetsel dat voor de Heilige Geest staat, geeft aan de het volgende woord een middel of instrument inhoudt. Met andere woorden: Paulus spoort de christenen in Efeze aan om zich te laten vullen door de Heilige Geest. Dat roept tenminste twee vragen op:

Volg deze vijf adviezen van Paulus op en je zult zien dat de Heilige Geest je zal vervullen met Zijn vruchten.