Clemens I van Rome (1e eeuw n. Chr.)

Clemens van Rome is in de 1e eeuw na Christus de leider geweest van de christelijke gemeente in Rome. Volgens de traditie was hij, na de apostel Petrus, Linus en Anacletus, de vierde die dit ambt in Rome bekleedde (Irenaeus, Adversus Haereses III.3.3). In dezelfde bron schrijft Ireneaus, dat Clemens de apostelen zelf nog had gezien en gesproken en dat daarom de prediking van Clemens als echo van de apostolische prediking beschouwd kon worden. Volgens Tertullianus (De praescriptione haereticorum XXXII) was Clemens zelfs nog door Petrus als bisschop van Rome aangesteld, maar de betrouwbaarheid van deze mededeling wordt tegenwoordig in twijfel getrokken, omdat zij in strijd is met de opmerking van Irenaeus, dat Linus de opvolger van Petrus was. Mogelijk blijft evenwel dat Clemens de apostelen wel heeft gekend en zelfs heeft gesproken. Om deze reden wordt Clemens I dan ook gerekend tot de Apostolische Vaders.

Geschriften van Clemens


Twee brieven zijn door de traditie op naam van Clemens I gezet. Ireneaus meldt dat er in de tijd van Clemens in Korinthe een groot conflict was ontstaan, waarover de gemeente van Rome een brief schrijft aan de gemeente van Korinthe. Omdat iemand in de gemeente van Rome de brief geschreven moet hebben, wordt wel aangenomen dat de bisschop Clemens dit zelf heeft gedaan. Hoe dan ook, deze brief genoot in de vroegchristelijke kerk groot gezag, wat blijkt uit het feit dat hij in de Codex Alexandrinus - een handschrift van de Bijbel uit de 5e eeuw - op één lijn met de canonieke boeken tussen de brieven van Paulus en de algemene zendbrieven in staat.
Een tweede brief staat ook op naam van Clemens, maar dit geschrift is in de vroege kerk veel minder gezaghebbend geweest dan de eerste brief. Het is in feite ook niet zozeer een brief, als wel een anonieme preek, volgens de traditie eveneens gericht aan de gemeente van Korinthe.

Inhoud van Clemens' geschriften


Eerste brief: aan de gemeente van Korinthe

Korinthe was een bruisende wereldstad in het noordoosten van het Griekse schiereiland de Peloponnesus. Het was een stad die graag bezocht werd door rondtrekkende redenaars (zie artikel). De christelijke gemeente in deze stad blijkt erg vatbaar te zijn voor redenaars en het beeld dat we uit Paulus' brieven krijgen, is dat van een mondige gemeente, waarin partijstrijd (1 Kor. 1:11-12) en geestdrijverij (2 Kor. 10-13) hoogtij vierden. Het lijkt dat de gemeente na de brieven van Paulus tot rust is gekomen, 'want u wendde zich tot de apostelen die een goed getuigenis hadden ontvangen' (1 Clemens 47.4).
Ca. vijftig jaar na Paulus' komst in deze stad is er in de gemeente van Korinthe iets gebeurd dat nog veel erger is: in de gemeente was grote onrust ontstaan omdat een aantal mensen (waarschijnlijk jongeren; 1 Clemens 3.3) in de gemeente in verzet was gekomen tegen de oudsten (1 Clemens 47.6) en hen zelfs had afgezet omdat zij zelf die functie ambiëerden (1 Clemens 44.1-6). Deze opgetreden situatie was niet alleen tot schade van de gemeente ('de scheuring had velen verleid, velen tot moedeloosheid gebracht, velen aan het wankelen gebracht en ons allen in droefheid gestort'; 1 Clem. 46.9), maar eveneens een schandvlek voor de christelijke kerk in het algemeen, omdat dit ook ter ore van niet-christenen was gekomen, waardoor de Naam van God smaad werd aangedaan (1 Clemens 47.7; vgl. 1 Kor. 10:32).
De genoemde situatie is voor de gemeente van Rome de aanleiding tot het schrijven van deze brief. Opmerkelijk is de theologische benadering van de problematiek. Allereerst wordt de problematiek weergegeven als het ontbreken van gerechtigheid en vrede, ten gevolge van het verzet van eerloze, domme jongeren tegen geëerde, wijze ouderen. De gerechtigheid en vrede is dus weg en de brief beoogt de situatie van gerechtigheid en vrede weer te herstellen. Daartoe bespreekt de brief de volgende zaken: 

Tweede brief: aan de Korinthiërs
De tweede brief van Clemens bevat geen enkele aanwijzing, dat het hier gaat om een brief van Clemens van Rome of dat het een brief is, gericht aan de gemeente van Korinthe. De 'brief' presenteert zich zelfs niet als een brief, maar veel eerder als een preek. De preek is in feite één oproep om heilig te leven, vanuit het besef dat het leven een wedstrijd is, die gestreden moet worden om de kroon van het eeuwige leven te verkrijgen (vgl. Hebr. 12:1, 2 Tim. 4:8, Jak. 1:12). Mogelijk is deze preek gericht tegen libertinistische invloeden in de gemeente. Het libertinisme was een stroming in de vroegchristelijke kerk die het geestelijke karakter van het christelijk leven zo sterk benadrukte, dat het aardse en lichamelijke leven er volstrekt niet meer toe deed. Minachting alsook verwaarlozing van het aardse, lichamelijke en maatschappelijke leven was hiervan het gevolg. Dat is wellicht de reden waarom in 2 Clemens telkens gezegd wordt, dat het 'lichaam zuiver bewaard moet worden (2 Clem. 8.4  en 6), dat wij het vlees 'als een tempel van God moeten bewaren' (2 Clem. 9.3) en dat wij niet alleen 'in het vlees geroepen zijn' (2 Clem. 9.4), maar er ook in 'geoordeeld zullen worden' (2 Clem. 9.1).
De reden waarom deze preek op naam van Clemens van Rome staat, is dat de kerkhistoricus Eusebius van Caesarea, die deze brief als eerste noemt, dit werk aan Clemens toeschrijft. Over de werkelijke auteur, plaats van ontstaan en datering is niets met zekerheid te zeggen. De preek wordt doorgaans heel algemeen gedateerd in de eerste helft van de 2e eeuw. Een aanwijzing voor deze vroege datering is het veelvuldig citeren uit apocriefe evangeliën, alsook het feit dat er nauwelijks verwezen wordt naar de geschreven canonieke boeken van het Nieuwe Testament, maar wel telkens naar 'het woord van de Heer', zoals dat bij de Apostolische Vaders vaker gebeurt. 


Citaten


Een aantal mooie, opmerkelijke of behartenswaardige citaten van Clemens, ongewijzigd overgenomen uit de vertaling van A.F.J. Klijn:

1 Clemens:

2 Clemens:


Literatuur


Historische bronnen:

Websites